Te gast bij Tuyen
Els, Johan, Liza en Yoran met Donxa naar Co Loa
Wie had er nu meer zenuwen, de familie van Chu Dinh Tuyen of wij? Jaren geleden al hadden we beslist ooit Tuyen op te zoeken. Maar we wilden wachten tot onze jongste zoon, Yoran (12), oud genoeg was om wat op te steken van een cultuur die totaal verschilt van de onze. Tuyen is ondertussen ook al 14. We steunen hem al sinds 2004 bij zijn studies. Volgens zijn brieven doet hij het goed.
Te gast bij Tuye
Els, Johan, Liza en Yoran met Donxa naar Co Loa
Wie had er nu meer zenuwen, de familie van Chu Dinh Tuyen of wij? Jaren geleden al hadden we beslist ooit Tuyen op te zoeken. Maar we wilden wachten tot onze jongste zoon, Yoran (12), oud genoeg was om wat op te steken van een cultuur die totaal verschilt van de onze. Tuyen is ondertussen ook al 14. We steunen hem al sinds 2004 bij zijn studies. Volgens zijn brieven doet hij het goed.
“Today i went with Tuyen to buy presents allready. Tuyen very likes . Every thing is ok for your visit. See you again. I’m Duong. Donxa Volunteer.” Het berichtje loopt de avond voor ons bezoek binnen op de gsm. Duong studeert chemie aan de universiteit van Hanoi en is onze Donxa-vrijwilligster en houvast als we morgenvroeg naar Nhoi Tren Village in Co Lao vertrekken. Het dorp van Tuyen ligt zo’n 20 km buiten Hanoi en was ooit de hoofdstad van Vietnam van waaruit de Ngo Dynastie en de Dinh dynastie in de 10de eeuw kortstondig over het land regeerden.
Stipt om negen uur ’s ochtends stapt een energieke Duong ons hotel binnen. Ze bracht Trân Thi Thu mee, studente Engels, die zal tolken. Wij hebben een rugzak vol pakjes mee voor Tuyen en zijn familie – Belgische chocolade onder meer – en voor andere kinderen die we met onze familie steunen. Tot een vislijn toe. Want Yoran weet dat Tuyen net als hij graag vist en kan niet wachten om samen met zijn Vietnamse broer een lijntje uit te werpen – wat ze later op de middag ook doen!
Yoran is even onwennig als wij wanneer we door de smalle straatjes van Co Lao plots voor het huisje van Tuyen staan. Onze dochter Liza neemt de foto’s. De ontvangst is hartelijk, iedereen is thuis: mama Sáu Lê, broer Ngàc, zus Ngà en Tuyen. We worden uitgenodigd om met zijn allen, sandalen uit, in het tweekamerhuisje op het lage bed te gaan zitten. Flesjes water worden bovengehaald en langzaam komen korte gesprekjes op gang: over de familie, de chocolade, het lief en leed, … Sáu Lê moest haar drie kinderen helemaal alleen opvoeden nadat haar man jong was gestorven. Van verdriet kreeg ze bovendien een oogontsteking die haar gezicht verminkte. Materieel verschillen onze beide gezinnen enorm, maar op menselijk vlak klikt het. Yoran bijvoorbeeld wil ook timmerman worden, net zoals de oudere broer van Tuyen. Ngàc werkte jaren aan het met houtsnijwerk versierde hoekkastje in het huisje, een echt pronkstuk van vakmanschap. Zijn grote droom is om een eigen meulbelmakerij te beginnen: starten met een klein atelier in de al even kleine tuin van het huis. Mama staat volledig achter zijn keuze. En ook wij willen helpen. Sáu Lê verkiest dat we bijdragen voor het meubelatelier van haar zoon eerder dan haar schamele woning te helpen renoveren. “Met de inkomsten die Ngàc verdient, kunnen we dan zelf ons huis laten herstellen.” Kranig!
Op de thee
Naarmate de gesprekken vorderen, wordt de sfeer losser en vinden we elkaar. Ook de mama van Duong komt goeiedag zeggen samen met Thuy (een meisje uit hetzelfde dorp dat steun krijgt van Donxa) vergezelt van haar moeder. Tekeningen en cadeautjes worden uitgewisseld. En iedereen wil op de foto. Liza krijgt het druk. De moeder van Thuy gaat pas terug naar huis nadat we plechtig beloven om later die namiddag thee te komen drinken. Ze nodigt ons zelfs uit voor de maaltijd. Maar daarvoor hebben we jammer genoeg niet de tijd. Want behalve op de thee bij Thuy, worden we met open armen en op een kopje echte bittere Vietnamese onthaald bij collega-meubelmakers van Ngàc én bij de familie van Nguyen Quang Huy (het gehandicapte kindje dat onze oma steunt) én die van Duong.
Trouwens, die middag worden we nog vergast op een uitgebreide maaltijd die Ngàc en Ngà met zorg voor ons klaarmaakten.
Een feestdis want niets is Tuyens gezin te veel om het ons naar onze zin te maken. Je voelt dat alles gemeend oprecht gebeurt en ons bezoek met de grootste zorg is voorbereid. Zelfs de puppie hebben ze speciaal voor ons gewassen. Het beestje was de hele ochtend de speelkameraad van Liza. Sáu Lê wilde het haar zelfs cadeau doen. Als het aan Liza lag, hadden we nu een hond.
Het afscheid nadert. Maar eerst brengen we allemaal samen nog een bezoek aan het schooltje dat Donxa bouwde en onderhoudt voor gehandicapte kinderen.
En aan de koninklijke Duong Vuong-tempel (3de eeuw voor Christus) uiteraard.
Op de stenen trappen aan de ingang poseren we trots voor de familiefoto. Een pak dikke knuffels later en geladen met een grote zak vol pinda’s en zoete aardappelen van eigen bodem, moeten we terug naar ons hotel. We missen elkaar nu al.